AM: Introductie opleiding, historische aspecten en epidemiologie
Dr. G.J. Braunstahl, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
We starten met een introductie waarin het doel en het programma van deze opleiding doorgenomen wordt. Ook de leerstof komt aan bod en de toets die aan het eind van de cursus afgenomen wordt, wordt kort besproken. De presentatie die aan het eind van de cursus door de cursisten gegeven wordt moet voldoen aan bepaalde eisen. Deze eisen worden besproken en er wordt een toelichting gegeven op de manier om de gekozen opdracht af te bakenen, informatie te zoeken en te ordenen en vervolgens een diapresentatie te maken. De helft van het eindcijfer wordt bepaald door deze presentatie.
Daarna begint de cursus met het plaatsen van de behandeling van longziekten in historisch perspectief. Al vanaf de tijd van Hippocrates (450 BC) zijn er theorieën bekend over het ontstaan en de behandeling van verschillende longziekten, en hoewel de wetenschappers het niet altijd bij het rechte eind hadden, heeft het wel geleid tot de kennis die wij nu hebben. Over risicofactoren is meer bekend dan vroeger. Ook zal er een overzicht gegeven worden van de epidemiologie: hoe vaak komen verschillende longziekten voor en op welke leeftijd. Ook zullen vragen beantwoord worden zoals: komen sommige longziekten vaker voor dan vroeger? Ten slotte wordt er ingegaan op de ontwikkeling van diagnostische en therapeutische mogelijkheden in de afgelopen eeuw.
PM: Anatomie van de thorax en longen
Mw. dr. G.M. van Woerden, universitair hoofddocent, Erasmus MC, Rotterdam
Ademhaling is een van de belangrijkste functies van de borst (thorax). Niet alleen vindt men in de thorax de longen (pulmoni), maar ook de wand biedt de nodige structuren om ademhaling mogelijk te maken. Denk hierbij aan het diaphragma (middenrif), maar ook de bouw en de musculatuur van de thoraxwand zelf. Het basale principe is dat gedurende inademing wordt de thoraxholte actief vergroot (uitbreiding van de borstkas naar buiten, boven en beneden), waarmee de longen zich uitzetten en er dus zo lucht naar binnen “gezogen” wordt. Bij uitademing ontspant de boel zich weer, waardoor passief lucht wordt uitgeblazen. Gedurende deze les zullen we de anatomische ontwikkeling, bouw en functie van thorax en longen bespreken om zo inzicht te krijgen in de ademhalingsmechanismen.
AM: Pathologie
Dr. M.A. den Bakker, patholoog, Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam
Pathologisch onderzoek speelt een belangrijke rol in de diagnose van goedaardige en kwaadaardige afwijkingen in de long. Bij kwaadaardige aandoeningen verschaft het pathologisch onderzoek ook aanvullende prognostische (type, graad en stadium (TNM)) en predictieve informatie. Het onderzoek is gebaseerd op microscopisch onderzoek van cellen en weefsels die op verschillende wijzen kan verkregen kunnen worden. In toenemende mate vormt ook moleculair onderzoek, gericht op het aantonen van ‘driver mutaties’ bij longkanker onderdeel van het pathologisch onderzoek. In deze les worden de veranderingen die optreden bij ziekte in de long besproken in de achtergrond van de normale histologie en zullen de genetische veranderingen die plaatsvinden bij het ontstaan van kanker kort de revue passeren. Besproken wordt hoe de bewerking van een histologisch biopt (histologisch onderzoek) en cytologisch materiaal plaatsvindt en hoe deze beoordeeld en verslagen worden. Tevens wordt met beeldmateriaal duidelijk gemaakt dat de grens tussen goedaardig en kwaadaardig niet altijd even duidelijk is. Er wordt ingegaan op pathologieverslag en op alle daar genoemde terminologie en de betekenis ervan voor de dagelijkse praktijk.
PM: Radiologische diagnostiek
Dr. S.E. Cretier, radioloog, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
De X-thorax is de basis van veel radiologisch onderzoek bij longziekten. Vrijwel alle longafwijkingen worden gezien op deze foto. Aan de hand van voorbeelden wordt uitgelegd hoe de X-thorax gemaakt wordt en wat er op te zien is. De aanvullende diagnostiek inclusief het doen van cytologische puncties en histologische biopten wordt besproken. De CT en MRI wordt meer en meer ingezet bij diagnostiek van problemen aan de long, maar deze onderzoeken zijn niet voor elk probleem geschikt. Duidelijk wordt wat op dit moment de redenen zijn om deze onderzoeken aan te vragen en hoe het onderzoek uitgevoerd wordt. Verder wordt ingegaan op de PET-CT, diagnostiek die gebruikt wordt bij (verdenking op) metastasen. Ook wordt besproken hoe om te gaan met patiënten die vanwege rolstoelgebondenheid, een allergie of angst een bepaald onderzoek moeilijk of niet kunnen ondergaan.
AM: Longfunctie onderzoeken en invasieve longonderzoeken
Dr. W.E.J.J. Hanselaar, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Er zijn veel soorten longfunctie onderzoeken. Een aantal zullen we wat uitgebreider behandelen zoals spirometrie, diffusie-meting, TLC-box meting en de histamine provocatietest. Een aantal minder voorkomende onderzoeken zullen we wat oppervlakkiger behandelen. Hieronder vallen de FeNO meting, hyperventilatietest, Mip/Mep meting, fietsergometrie, arteriepunctie, shuntbepaling en 6 minute walking test. Wanneer gebruik je welk onderzoek, wat is de indicatie en wat zijn de nadelen voor de patiënt? Hoe moet je de verschillende onderzoeken interpreteren?
Een tweede deel bestaat uit het behandelen van invasieve longonderzoeken. Denk hierbij aan bronchoscopie, endo-echo, pleurapuncties en thoracoscopie. Wat zijn de verschillende opties en wanneer worden deze gebruikt? Wat is het risico voor de patiënt en wat zijn de benodigdheden?
PM: Astma en COPD: etiologie, diagnose en behandeling
Dr. J.C.C.M. in ‘t Veen, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
In Nederland lijden bijna 1 miljoen mensen aan een obstructieve longaandoening. Alhoewel COPD en astma vaak samen genoemd worden zijn het toch verschillende ziektebeelden. Hoewel een groot gedeelte van de mensen prima behandeld kan worden door de huisarts, kunnen deze ziekten soms behoorlijk invaliderend zijn. In dit dagdeel aandacht voor de oorzaken, verschillen en overeenkomsten tussen COPD en astma. Tevens wordt aandacht besteed aan het verkrijgen van de juiste diagnose en de bijbehorende behandelingen, zowel medicamenteus als niet medicamenteus.
AM: Tuberculose en interstitiële longziekten
Mw. dr. S.E. van Brummelen, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Tuberculose is wereldwijd de meest dodelijke infectieziekte. Ieder jaar krijgen 10 miljoen mensen de infectie en overlijden er ieder jaar meer dan 1.5 miljoen mensen aan tuberculose. Door de vaak voorkomende combinatie met HIV en vanwege het ontstaan van resistentie van de tuberculose bacterie is het zeer lastig deze ziekte goed onder controle te krijgen. In Nederland komt tuberculose ongeveer 800 maal per jaar voor waarbij 10% een multiresistente vorm betreft. De term interstitiële longziekten is een verzameling van ruim 100 verschillende soorten longaandoeningen. Het diagnosticeren van een interstitiële longaandoening is vaak een ingewikkelde puzzel, waarbij een goede uitvoerige anamnese essentieel is. Dit dagdeel behandelt de diagnostiek en behandeling van TBC en interstitiële longziekten.
PM: Lichamelijk onderzoek en treatable traits astma en COPD
Dr. J.C.C.M. in ‘t Veen, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Ondanks de inductie van een veelheid aan onderzoekstechnieken, zoals longfunctie en radiologie, blijft het lichamelijk onderzoek een hoeksteen in de longzorg.
Het lichamelijk longonderzoek is traditioneel te verdelen in: inspectie, palpatie, percussie en auscultatie, en ook in deze volgorde. Tijdens de les zal ingegaan worden op al de facetten van het lichamelijk onderzoek. Evenwel is de grootste aandacht voor de auscultatie met verschillende vormen van ademgeruis en bijgeluiden. Een en ander wordt geïllustreerd met geluid.
AM: Longkanker en mesothelioom, richtlijn, risicofactoren en TNM classificatie
Drs. W.L. Kraak, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Waarom de ene cel kan ontsporen en kanker kan veroorzaken en de andere cel niet is tot op heden slechts deels bekend. In deze les wordt uitgelegd wat momenteel hierover bekend is. Verder wordt er dieper ingegaan op risicofactoren die van belang zijn voor de anamnese bij de patiënt die zich meldt met een afwijking aan de longen. Ook de internationale classificatie van longkanker en mesothelioom wordt besproken, de manier om de ernst van longkanker en mesothelioom vast te leggen. Dit gebeurt volgens grootte van de tumor (T), aantal positieve lymfeklieren (N) en het aan- of afwezig zijn van afstandsmetastasen (M). Aan de hand van deze TNM classificatie kan een individueel behandelplan gemaakt worden voor de patiënt met longkanker en kunnen de resultaten van behandelingen per tumorstadium vastgelegd worden. Een groot aantal professionals op het gebied van de behandeling van longkanker en de begeleiding van de patiënt met longkanker heeft samen een richtlijn gemaakt. Deze richtlijn bevat afspraken over de behandeling van longkanker in Nederland en de organisatie van zorg en begeleiding van de patiënt. De richtlijn is samengesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek en er wordt voortdurend gewerkt aan verbeteringen. In dit cursusonderdeel wordt gesproken over de noodzaak en ontwikkeling van de richtlijn, de kracht van het onderliggend bewijs en over de mogelijkheden en/of noodzaak om soms af te wijken van de richtlijn. Door middel van casuïstiek wordt de richtlijn gedemonstreerd.
PM: Systeemtherapie bij longkanker en follow-up
Mw. dr. J. Dits, longarts-oncoloog, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
De basis van de behandeling van longkanker is voor een aanzienlijk aantal patiënten chirurgie. Door het geven van adjuvante therapie zoals chemotherapie en immunotherapie naast de chirurgische behandeling is de overleving van patiënten met longkanker de afgelopen decennia verbeterd. Maar wie heeft baat van deze aanvullende therapieën en hoe wordt dat bepaald? Naar aanleiding van de richtlijn is meestal een advies op te stellen, maar wat betekent dit voor de patiënt? In dit dagdeel wordt een overzicht gegeven van deze behandelingen en vragen beantwoord.
Helaas komt bij sommige patiënten de longkanker terug op dezelfde plaats of in de buurt van de reeds behandelde long. De follow-up bezoeken zijn onder andere bedoeld om terugkeer van ziekte (recidief) in een vroeg stadium te ontdekken. Er zal in dit cursusonderdeel gesproken worden over de zin van follow-up, waar je op moet letten bij anamnese en lichamelijk onderzoek, hoe een recidief eruit kan zien en hoe je de patiënt instrueert om contact op te nemen bij klachten. De meeste recidieven worden door de patiënt zelf gevonden. Als er een verdenking op metastasen is, wordt er eerst onderzoek gedaan. Welke onderzoeken staan tot onze beschikking? En hoe betrouwbaar zijn ze? Als er metastasen vastgesteld zijn, zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Deels is de richtlijn dan weer van dienst, maar vaak is er een multidisciplinaire benadering nodig om een goed plan te maken. Welke behandeling wordt ingezet bij welk probleem? En wat vertel je de patiënt?
AM: Chirurgie bij longpathologie
Mw. dr. A.E.C.J.M. Struijs, oncologisch chirurg en longchirurg, Deventer Ziekenhuis, Deventer
Alle operaties die uitgevoerd worden aan de longen en mediastinum worden besproken. Tevens is er aandacht voor de minimaal invasieve (robot)chirurgie. Ook het voorkomen, signaleren en de behandeling van complicaties komt aan de orde. Tevens wordt er ingegaan op de eisen die aan longchirurgen en thoraxchirurgen gesteld worden.
PM: Allergie en immunologie
Dr. Ir. J.H. Kappen, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Twintig procent van de Nederlandse populatie heeft een allergie. Manifestaties van allergie kunnen zijn astma, allergische rhinitis, voedselallergie of atopisch eczeem. Bij deze aandoeningen spelen dezelfde onderliggende immunologische mechanismen een rol. Allergische klachten kunnen zeer invaliderend zijn voor de patiënt. Vaak is er een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk met de KNO-arts, kinderarts, allergoloog, oogarts en dermatoloog. In dit dagdeel meer diepgang over diagnose en de multidisciplinaire behandeling van allergische klachten en immunologische kennis.
AM: Radiotherapie bij longcarcinoom
Mw. drs. M. van de Pol, radiotherapeut, Erasmus MC, Rotterdam
Radiotherapie is één van de hoekstenen van behandelingen in de oncologie. In dit cursusonderdeel krijgt u meer inzicht in radiotherapie in het algemeen en radiotherapie bij het longcarcinoom in het bijzonder. Er wordt aandacht gegeven aan diverse radiotherapeutische technieken en de werking ervan. Recente en toekomstige ontwikkelingen binnen de radiotherapie zullen aan bod komen. Er wordt aandacht besteed aan het effect op normale weefsels/organen, en het daardoor ontstaan van bijwerkingen. Ook zal de behandeling van mogelijke bijwerkingen worden besproken. De werkwijze op een afdeling radiotherapie komt aan bod, zowel de stappen die een patiënt doorloopt als de stappen die achter de schermen plaatsvinden. Verder worden indicaties en richtlijnen behandeld, met aandacht voor verschillende bestralingsschema’s en voor diverse combinatiebehandelingen. Tenslotte wordt besproken wat de rol van de longverpleegkundige met betrekking tot radiotherapie is en welke informatie aan de patiënt gegeven kan worden.
PM: Cystic fibrosis (taaislijmziekte) en longtransplantatie
Dr. L. Seghers en mw. dr. M. Bakker, longartsen, Erasmus MC, Rotterdam
Cystic fibrosis is een erfelijke, chronische en ongeneeslijke ziekte. Ieder mens heeft kliertjes in het lichaam die slijm afscheiden. Dit slijm voert afvalstoffen af en transporteert verteringsstoffen van de alvleesklier naar de dunne darm. Bij mensen met cystic fibrosis is het slijm door een genetische afwijking uitzonderlijk taai. Het kan daardoor zijn functies onvoldoende vervullen, met als gevolg dat organen zoals de longen, alvleesklier en lever steeds slechter gaan functioneren. Cystic fibrosis leidt tot toenemende luchtweginfecties met onomkeerbare beschadiging van de longen en stoornissen in de spijsvertering. Er zijn in Nederland 1.578 patiënten met cystic fibrosis, waaronder 639 kinderen. In dit dagdeel alles over de diagnose en behandelopties.
AM: OSAS en pulmonale hypertensie
Drs. G.G. Epping, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Obstructief slaapapneu syndroom (OSAS) is een invaliderend probleem voor zowel de patiënt als partner. Toename van overgewicht en obesitas hebben geleid tot een groei in het aantal welvaartsziekten zoals OSAS. Bij OSAS is er niet alleen sprake van snurken en een gestoorde slaap, maar kan obstructie van de hogere luchtwegen ook leiden tot schommelingen in zuurstofsaturatie en hartslag. Bij ernstige vormen van OSAS is er ook een verband met verslechtering of optreden van hart- en vaatziekten, hypertensie en ontregeling van diabetes. Een verhoogde bloeddruk in de longen (pulmonale hypertensie) kan verschillende oorzaken hebben. De klachten zijn aspecifiek waardoor de diagnose vaak laat gesteld wordt. In dit dagdeel veel aandacht voor de anamnese, lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek, diagnose en behandeling van OSAS en pulmonale hypertensie.
PM: Seksualiteit bij patiënten met longziekten
Mw. drs. M.L. Bandell, gynaecoloog-seksuoloog, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht
Voor iedere (long)patiënt is de periode van diagnose en behandeling psychisch belastend. Bovendien kunnen medische interventies intensief zijn en kunnen zij het psychosociaal evenwicht verstoren. Bij elkaar leidt dat vaak tot verstoring van de seksuele functie en seksuele identiteit en meestal heeft dat ook zijn weerslag op de seksuele relatie, terwijl intimiteit juist in deze fase enorm belangrijk kan zijn. Ondanks de duidelijke behoefte om hierover te praten, wordt het thema zelden door de patiënt en zorgverlener aangekaart. Dit cursusonderdeel richt juist daarom niet alleen op kennis over seksualiteit bij longpatiënten, maar ook op de vaardigheid om dit thema proactief te benaderen en hier vervolgens adequaat mee om te gaan.
AM: Longrevalidatie en longfysiotherapie
Mw. drs. E. bij de Vaate, longarts, Merem Medische Revalidatie, Hilversum
Bij vele longziekten speelt deconditionering een rol. De patiënt raakt in een vicieuze cirkel verstrikt waarbij de kortademigheid leidt tot het vermijden van inspanning en daardoor uiteindelijk toename van klachten en functieverlies. Fysiotherapie kan helpen om de patiënt weer te leren bewegen en meer vertrouwen te krijgen in het eigen functioneren. Wanneer fysiotherapie alleen niet voldoende is dan is een longrevalidatietraject een goede optie. Hierbij wordt multidisciplinair gewerkt aan een betere conditie. Hierbij zijn naast de fysiotherapeut, ook de diëtiste, psycholoog, maatschappelijk werk, ergotherapeut etc. betrokken. Het doel is om de vicieuze cirkel te doorbreken en de conditie te verbeteren.
PM: Psychosociale problematiek en palliatieve zorg bij longziekten
Mw. drs. K.J.M. Mooren, longarts, Spaarne Gasthuis, Haarlem
Psychosociale begeleiding van patiënten is één van de kerntaken van de longverpleegkundige. Patiënten waarderen deze zorg bijzonder. Het maakt dat zij een moeilijke periode in hun leven zo goed mogelijk aan kunnen, doordat zij zich gesteund voelen door empatische en kundige zorgverleners met kennis van zowel de somatische als de psychische en sociale processen. In deze les wordt ingegaan op psychosociale aandachtspunten bij patiënten met een ernstige longziekte, zoals COPD, longkanker en interstitieel longlijden. We bespreken veel voorkomende problemen, behoefte aan ondersteuning en de knelpunten in de zorgverlening op dat gebied.
AM: Corona en COVID en effecten op de longen
Mw. dr. L.M.A. Oswald, longarts, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Iedereen heeft direct de effecten van de Corona pandemie meegemaakt en de verregaande gevolgen voor de patiënt, maatschappij en ziekenhuizen. In dit dagdeel aandacht over de verschillende soorten Corona virussen en de gevolgen van COVID. Zijn er paralellen met eerdere pandemieën? Wat zijn de huidige behandelingen voor COVID en wat zijn de gevolgen voor de longen. Tevens zal worden ingegaan op long-COVID klachten en de daarop gerichte diagnostiek en behandeling.
PM: Longziekten en werk
Mw. drs. J.P.M. Kuiper – van der Valk, arts en onderzoeker, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Na de diagnose van een longziekte ontstaan er soms vragen. Mag er gewerkt worden, moet er gewerkt worden? Vaak worden er niet goed onderbouwde adviezen gegeven door welwillende artsen, vrienden en familieleden. In dit cursusonderdeel zal een arts onderzoeker met speciale interesse in werk en longziekten alle facetten behandelen van oorzaken van beroepsgebonden luchtwegklachten, diagnostiek, behandeling, wet en regelgeving. Bij dit soort aandoeningen is een multidisciplinaire aanpak met betrokkenheid van arbeidshygiënist en bedrijfsarts gewenst.
AM: Stoppen met roken en landelijk ontmoedigingsbeleid
Mw. dr. W. de Kanter, longarts, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam
Dat roken zeer verslavend is en veel schade aan de longen oplevert is natuurlijk bekende informatie. Wat is het nut van een rookstoppoli en wat zijn de gezondheidseffecten? Hoeveel procent van de stoppers blijft ook definitief gestopt met roken? Wat zijn mogelijkheden om het beginnen met roken verder terug te dringen.
PM: Gesprekstechnieken en communicatieve vaardigheden: praktijk
Mw. I. van de Lagemaat, trainingsacteurs in communicatietrainingen, Haarlem
In dit praktijk dagdeel wordt geoefend met communicatie en gedrag tussen arts-patiënt. waarbij gebruik gemaakt wordt van eigen casuïstiek over uiteenlopende patiënten. Niet alleen bij patiënten met longkanker, maar ook bij patiënten die een goedaardige afwijking hebben.
Hele dag: Presentatie opdrachten cursisten
dr. G.J. Braunstahl, longarts en mw. M. van Meggelen, VS longgeneeskunde, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
In koppels worden de persoonlijke opdrachten gepresenteerd aan de andere cursisten. Er zal bij iedere opdracht worden gekeken naar de kwaliteit en de wijze waarop deze gepresenteerd wordt. Het is een opdracht waar meerdere facetten van de longzorg in verweven zijn.
AM: Eindtoets
De eindtoets wordt direct nagekeken zodat je aan het eind van de middag weet of je geslaagd bent voor de Long Opleiding.